Koyasan

Om 9:30 vanochtend (21/5) mijn hotel verlaten en met de trein naar Tokushima gegaan. Daar de bus gepakt richting de ferry naar Wakayama. Seiya had toch les vandaag en kon mij niet brengen, hij zou rond 12:30 bij de ferry kunnen zijn. Ik checkte nog even mijn reservering in Koyasan en ik moest voor 17:00 inchecken. Er ging al een ferry om 11:00 en de overtocht duurt 2 uur. Met de trein was ik ook minstens 2,5 uur onderweg en liet Seiya weten dat ik toch liever de ferry van 11:00 nam om op tijd te zijn. Jammer dat ik Seiya niet meer gedag heb kunnen zeggen.

 

Het is wel een flinke onderneming om in Koyasan te komen. Na aankomst in Wakayama met de ferry, eerst een stukje met een trein naar het hoofdstation. Daar een kaartje gekocht voor Koyasan, dan met een trein richting noorden, overstappen en dan weer in zuidelijke richting. Vervolgens nog een keer overstappen op een boemel richting het grondstation van Koyasan. Het laatste stukje steil omhoog met weer een ander treintje en dan nog op een bus richting de tempel. Om 16:50 eindelijk gearriveerd bij de tempel waar men al op mij wachtte. Na ingecheckt te hebben liep de jongeman mee naar mijn kamer. Gelijk wat ramen opengezet want het leek wel een oven. Voor ik er erg in had was het alweer tijd om te gaan eten. In de tempel wordt uitsluitend vegetarisch gekookt en geserveerd op kleine tafeltjes. Overal lagen kaartjes met de naam van je kamer, sommige plekken waren voor 2 mensen gedekt, andere voor 1 iemand en nog wat plekken voor een groepje. Ik was niet de enige westerling in deze tempel, maar waar ze vandaan kwamen, geen idee. Vanavond ga ik vroeg naar bed want de ochtenddienst begint om 5:50. Ik wilde eerst nog de avondwandeling maken over het kerkhof, maar ik ben gesloopt na het reizen vandaag. Morgen kan het ook nog en wordt het ’s nachts minder koud.

 

Vanochtend (22/5) om 5:30 opgestaan en mij een beetje opgefrist. Gelijk door naar de tempel waar al menigeen zat te wachten. Ik heb een hoop gebeden gehoord die ik niet kende, maar uiteindelijk kwamen ze wel voorbij, Hannya Shingyō, Kōmyō Shingon en Gohōgō. Op een gegeven moment ging om de beurt iemand naar voren en pakte 3x wierookpoeder en deed dat in het wierookvat. Ik kreeg opeens een duw in mijn zij dat ik ook naar voren moest. Ook dat ritueel gedaan en ik denk dat het was om een overledene te herdenken. Daarna kregen we nog een preek of iets dergelijks waar ik een paar woorden van kon verstaan. Na de dienst was het al snel weer tijd voor het ontbijt, dat werd geserveerd in dezelfde hal als het diner gisteren.

 

Na het ontbijt richting de Okunoin gewandeld om daar mijn stempels te gaan halen. Echt een gigantisch complex met zo’n 300.000 grafmonumenten. Overledenen worden gecremeerd en tijdens de nachtwandeling te horen gekregen dat de as in 3-en wordt verdeeld. Eén deel blijft thuis, één deel gaat naar deze begraafplaats en de rest in het familiegraf. Iedereen kan hier een tombe krijgen ongeacht wat voor een religie iemand aanhangt. Na het mausoleum te hebben bezocht naar het stempelkantoor. Opvallend dat veel toeristen ondanks het verbod voor het meest heilige deel van de begraafplaats toch staan te fotograferen.  Ook vanavond tijdens de tour, het is meermaals gezegd en toch doen ze het keer op keer. Hoe moeilijk is een pictogram van een fototoestel met een kruis er doorheen? Bij het stempelkantoor mijn Shuin gehaald en de stempel voor in mijn Bangaiboek moest ik gaan halen bij Kongobu-ji tempel. Ondertussen begon het al aardig warm te worden en eerst naar de slaaptempel gegaan om mijn trui achter te laten. Na Kongobu-ji ben ik de Hanna Shingyō gaan kopiëren bij een tempel en dat is verdomd moeilijk. Je moet met een penseelpen de Chinese karakters soort van overtrekken, dat klinkt makkelijker dan gezegd. Voordat ik terugkeerde naar mijn eigen tempel heb ik de Jukai ceremonie gedaan, in bijna complete duisternis is er een soort van dienst waarbij je met zijn allen de 10 boedistische geboden aflegt. Daarna wordt je naam opgeroepen en loop je naar het altaar en daar krijg je van de priester een certificaat.

 

Terug in mijn eigen tempel heerlijk in bad geweest voor het avondeten, dat deze keer in een andere ruimte werd gehouden. De ruimte was in tweeën gedeeld door 2 schermen. Na het eten nog wat op mijn kamer gerelaxed voor dat ik naar de nachtwandeling ging. We moesten verzamelen bij de  Ekonoin tempel. De groep werd verdeeld in 2-en, eentje met retourbus en de rest zonder. Sommige tempels hebben een avondklok en dan kom je na een bepaalde tijd niet meer binnen. Bij mij was dat 22:00, ik had toch voor de bus gekozen omdat ik al genoeg had gewandeld vandaag, uiteindelijk 20 km in totaal. Op weg naar de begraafplaats legde de monnik van alles uit over het Shingon boedhisme. Ik raakte met hem aan de praat en vertelde van de Ohenro-michi op Shikoku. Hij was onder de indruk dat ik 108 tempels had bezocht. Tussendoor hielden we stil bij een bijzondere plek met een verhaal en wat uitleg over de betekenis. Er zijn 3 bruggen voor je bij het heiligste van alles terechtkomt. Bij de 3e brug hielden wij stil en kregen de uitleg dat je je eigenlijk moet wassen voor je binnen mag. De oplossing was één van de beelden die daar stonden met water te besprenkelen. Je buigt opnieuw voor je de brug overgaat en vanaf dan moet je stil zijn en niet fotograferen. Zeg dat tegen een toerist en die heeft er schijt aan. Het fotograferen ging gewoon door en stil was niemand. Na de lantaarnhal, waar duizenden lantaarns hangen ter nagedachtenis aan een overledene, kwamen we bij het mausoleum van Kōbō Daishi. Hier kun je een kaarsje branden en wierook aansteken, wat ik ook heb gedaan. De monnik deed de Hannya Shingyō, alleen zo snel dat ik het amper kon bijbenen. Daarna nog gezamelijk Namu Daishi Henjō Kongō. Op de terugweg nog met de monnik gesproken over mijn liefde voor Japan en dat mijn huis een stukje Japan in Amsterdam is. Na afscheid genomen te hebben, ging ik terug met de bus naar mijn tempel. De hoofdpoort gaat al om 18:00 dicht en dan kun je er alleen maar uit of in via een klein schuifdeurtje naast de poort. Op mijn kamer nog wat geschreven maar de vermoeidheid sloeg toe na zo’n ennerverende dag vol indrukken.

 

De volgende morgen toch weer de dienst meegemaakt. Ik was de 1e die arriveerde en uiteindelijk zaten we daar met 6 man, waarvan 1 oudere vrouw en een non. Wat een verschiil met de dag daarvoor, toen er amper plek was voor iedereen. Het gebed was minder indrukwekkend dan de dag daarvoor toen bijna iedereen, behalve de buitenlanders meedeed. Nu deed alleen de oudere vrouw mee en de non. Het ritueel van de wierook was er weer opnieuw en ook meegedaan. Na afloop bedankte de priester mij voor mijn geduld tijdens de preek. Ook al versta je het niet, je loopt niet zomaar weg. Na de dienst stond mijn ontbijt weer klaar in de ruimte van het diner. Na het ontbijt mijn spullen uit mijn kamer gehaald. Mijn futon en ander beddengoed was al weggehaald. Na nog even met de priester te hebben gesproken en ik nog wat cadeautjes kreeg nam ik afscheid. Toen ik de poort uit ging en buigde moest ik weer wachten van de priester. Ik kreeg nog een Noren, van hem. Noren is klein gordijn dat bij winkels/eethuizen buiten boven de ingang hangt, als teken dat ze open zijn. Na nogmaals bedankt te hebben ging ik naar de bushalte voor de bus naar de trein van Koyasan naar het grondstation Gokurakubashi, waar ik de trein nam richting Nara. Later meer over Nara.

2 gedachten over “Koyasan”

  1. Fantastisch Milan, ik heb veel respect gekregen door jou inzet en mij laten meebeleven wat jij allemaal meemaakt in Japan. XXX Cal.

    Beantwoorden
  2. Heb je verhaal weer met veel interesse gelezen en weet nu ook want die kleurrijke doeken betekenen, onze reisleider had een ander verhaal, nl vroeger tegen het stof toen de straten nog niet geplaveid waren..vind ik wat vreemd want die doeken hangen betrekkelijk hoog!

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.